Taartje van de maand

Dit appel-slof-taartje is erg lekker en simpel om te maken. En het wordt ook nog binnen-zit-weer komende periode, dus vis je bakspullen maar uit de kast. Dan heb je in ieder geval iets van troost als we weer in de regen en de kou zitten, en het tijd wordt voor warme choco met slagroom in plaats van een wit wijntje in de tuin.

Overigens doet dit taartje het ook héél erg goed als dessert met een glas sauternes erbij, dus stiekem is het eigenlijk altijd een goede tijd om dit taartje te maken.

Is het nou een slofgebakje of een appeltaart?

Dit taartje at ik voor het eerst enige tijd geleden, toen er werd getrakteerd op het werk (zo’n weekje of twee voordat we vanwege Covid-19 allemaal naar huis werden gestuurd). Waar iedereen meteen, al gezellig keuvelend met de collega’s, de tanden in het taartje zette, was ik direct een beetje van de leg (sorry nog hoor collega’s, dat ik afhaakte van ons gesprek).

Was het nou een slofgebakje of een appeltaart? Als ‘bakgek’ moest ik dat natuurlijk beter bekijken en proeven, want anders is thuis namaken knap lastig. Mijn conclusie was dat het een héél erg lekker appel-slof-taartje was. En het bleek ook simpel na te maken, dus ik zou zeggen ‘bakkers klaar, bakken maar’!

Dit heb je nodig

Ik heb mini slofvormen gebruikt, maar ook gewone kookringen of een grote sloffenring voldoen prima. En anders kan je ook de rand van een springvorm gebruiken (zonder de bodem). Met onderstaand recept kan je 8 minisloffen maken of 2 grote sloffen of 1 ronde taart.

Voor de deegbodem:

• 180 gram boter
• 150 gram witte basterdsuiker
• 280 gram bloem
• 2 tl bakpoeder (is ongeveer een half zakje bakpoeder van dr. Oetker)
• snuf zout
• ½ ei 
• evt. rasp van een halve citroen

Voor het amandelspijs:

• 150 gram amandelspijs (zelf maken of kopen in de supermarkt)
• ½ ei 

Voor de topping:

Dit is een beetje naar eigen smaak, ik geef hieronder wat richting, maar geef er vooral ook je eigen draai aan!

• 5 á 6 grote appels 
• 50-70 gram suiker 
• 40-60 gram rozijnen 
• Kaneel (toevoegen naar smaak)
• 2 eetlepels custard/roompoeder (zelf gebruik ik altijd de mix voor banketbakkersroom van Dr. Oetker). Dit roompoeder zorgt er, naast een extra lekkere smaak, vooral ook voor dat het niet een te kledderig of soppig geheel wordt. 

Zo maak je het

• Meng de boter, suiker, ei, zout en evt. citroenrasp tot een romig geheel. Voeg de bloem en bakpoeder toe en kneed alles goed door elkaar, zodat je een goed samenhangende bal deeg krijgt. Druk het met de hand vast wat plat, want dat maakt het dadelijk makkelijker om uit te rollen. Verpak het deeg in plasticfolie en laat minimaal een uur in de koelkast rusten.
• Meng het amandelspijs met het halve ei (of eventueel iets meer indien nodig). Het moet smeerbaar/spuitbaar worden.  
• Vet de vorm(en) goed in en verwarm de oven voor op 210°C (haal de bakplaat eruit; die heb je dadelijk namelijk nodig)
• Rol het deeg op een vel bakpapier uit tot een plak van ongeveer 1 cm dikte en leg daarna het bakpapier met de deegplak op een bakplaat. Druk met de ingevette vorm(en) een stuk uit de deegplak en laat deze op het bakpapier liggen (in de vorm dus). Haal het deeg eromheen (en wat je niet nodig hebt) weg.
• Verdeel het spijs over het deeg en laat een rand van minimaal 1 cm over aan de randen (dit gaat het makkelijkst met een spuitzak).
• Schil de appels en snij deze in kleine blokjes. Meng met de rozijnen, de suiker, kaneel en de custard/roompoeder en verdeel vervolgens over het deeg.
• Zet de oven, zodra je de bakplaat erin schuift, direct terug naar 180°C. Bak de slof in ongeveer 20/25 minuten gaar (met gebruik van kleine vormen gaat het iets sneller… even in de gaten houden dus).
• Haal de bakvorm na het bakken er direct vanaf en laat goed afkoelen.

Eet smakelijk!